IX: Mildheid & oordelen

 

            Binnen enkele dagen bracht ik twee keer een bezoek aan landgoed Den Bramel, in Vorden, de eerste keer alleen, de tweede keer met Suze.  

            Ik keek mijn ogen uit toen ik de oprijlaan vol beuken inging. De beuken waren indrukwekkend, met fraaie vormen.

Het was net een Beukenkunstgalerij.
               Maar gelukkig stond er ook een Eik tussen, waar ik tegen aan ging staan om hem zijn zegen voor deze wandeling te vragen.

            Ik denk eens even na of ik nog vragen heb en Eik fluistert me uit zichzelf in dat ik toch een sterrensjamaanwandeling wilde doen om mildheid (jegens mezelf) te gaan oefenen? “Oh ja, dat was waar ook”.  Bij de volgende prachtige eik aan het begin van de Eiken-oprijlaan, het volgende stuk naar huis Den Bramel, stel ik de vraag hardop.Of Eik me niet wou helpen Mildheid jegens mezelf te beoefenen. Eik antwoordt onmiddellijk dat ze dat toch al deden, had de eerste Eik me per slot van rekening niet ingefluisterd dat ik me daarmee bezig moest houden?

            Maar het valt niet mee. Eigenlijk weet ik niet goed hoe ik het moet aanpakken. Ik kan wel tegen mezelf zeggen dat ik Mild mag zijn voor mezelf, maar voel ik het ook? Nee dus. Als gevolg daarvan laat ik er eens een denkoefening op los, die onderbroken wordt doordat ik bij een prachtige oude dode beuk kom, 

gevolgd door een bankje, midden tussen de varens. Het lijkt wel sprookjesland. Het bankje is heel geschikt voor een zuiveringsmeditatie; zelfs zonder te mediteren raak ik hier bijna in trance van de hoge energie die er hangt.

 

            Als ik doorloop gaat het denkwerk verder. Ik leg een relatie tussen mildheid en oordelen over jezelf. Dan dwaal ik van het pad af. Dat wil zeggen, niet alleen letterlijk, maar ook van de oefening mildheid jegens mezelf  te leren betrachten. Mijn gedachten nemen een vlucht over wat oordelen eigenlijk is. Er zijn mensen die vinden dat ik erg snel oordeel. Dat klopt wel, want het is inherent aan mijn normale astrologenberoep, waar ik razendsnel inschattingen maak over hoe horoscopen uitwerken. Oordelen is voor mij dus inschat-tingen maken. Maar onder ‘oordelen’ verstaan de meeste mensen waarschijnlijk “ver-oordelen” of ook wel het “negatief oordelen” over een ander. Het grappige in mijn normale beroep is dat ik soms zonder enig ‘oordeel’ heel snel een inschatting maak, die vervolgens ontvangen wordt door een toehoorder als zijnde een negatief oordeel. Ik zie het gewoon voor mijn neus gebeuren als het gebeurt en het gebeurt nogal eens. In feite worden mijn ‘statements’ die zonder oordeel zijn, dan ontvangen door iemand die zeer waarschijnlijk zelf tjokvol gekende of onderdrukte oordelen zit en mijn woorden inkleurt met emoties die ik zelf niet heb. In sommige gevallen kom ik er pas achteraf achter, en ben me dan tijdens een les, of gesprek, nergens van bewust. Ik trek het me niet aan, ga niet de verdediging in, want ik weet dat het nu eenmaal zo werkt in het leven. Ik ben wél teleur-gesteld in de kwaliteit van de ontvangst, om het zo maar te stellen.

            Om tot verlichting te komen (mocht dat iemands wens zijn:-)), is één van de belangrijkste voorwaarden, zo hoorde ik eens, dat je oordeelsvrij bent geworden, dat je écht waarneemt en niet in de voorkeur-afkeerhouding, of anders gezegd, in de dualiteit van goed en kwaad blijft hangen. In dit verband een anekdote over hoe ik het (ver-) oordelen per ongeluk oversteeg alweer dertig jaar geleden. Het vond plaats in de tijd dat ik een oorlog aan het voeren was, of liever gezegd, ondergedoken was in het “verzet” alsof het een wereldoorlog betrof, in het bedrijf waar ik toen werkte. Mijn collega en vriendin was mijn grote medestandster, en de “vijand” was de nieuw aangestelde directeur, die als een dictator huishield in dat bedrijf. Ik was jong, en vol emotie en tjokvol verontwaardiging over zijn optreden.

            Inmiddels weet ik dat het de emotie was die er voor zorgde dat ik niet altijd even adequaat reageerde en handelde in die periode en dat is ‘mild’ uitgedrukt. Toch ‘won’ ik die oorlog. Maar er ging iets heel merkwaardigs aan vooraf. Ik had net in een boekje van Krishnamurti gelezen: “Oorlog, dat zit in je zelf”. Die zinsnede sloeg in als een bom bij mij. Ik kon het niet bevatten. Zoals alle mensen, of beter gezegd, zoals alle ego’s, want het er eenvoudigweg een normaal kenmerk van, was het ‘kwaad’ iets buiten mijzelf en was ik zelf natuurlijk degene die alles altijd goed deed.  En toen kwam de droom die alles veranderde. Waar die droom vandaan kwam, God mag het weten, maar hij kwam. In die droom veranderde de dictator-directeur in iemand die juist in mijn leven gekomen was als een helper, en veranderde mijn medestandster, de vriendin, als mijn vijand. Het was een lucide droom, ik weet ‘m dertig jaar later nog. Uiteraard was ik er heel erg door van slag, mijn wereld was op de kop gezet. Omdat een droom en al helemaal een lucide droom meer werkelijkheidsgehalte heeft en dieper op je onderbewuste inwerkt dan het wakende leven van alledag, kreeg ik het sinds die tijd, hoe hard ik het ook probeerde, niet meer voor elkaar om dezelfde kwaadheid te voelen jegens die dictator-directeur, en erger wellicht, ik bekeek mijn vriendin in een ander daglicht, wat helaas ook nooit meer is verdwenen. We verloren elkaar dan ook uit het oog.

            Daarna volgde een staat van maanden waarin ik waarnam, niet meer dezelfde was als ik eerder was,  vrij gekomen was van het (ver-) oordelen en ook vrijgekomen was van de noodzaak “oorlog” te moeten voeren. Ik zag hoe wat wij als onrecht ervaren soms helemaal niet goed ingeschat kan worden door ons en misschien wel een rechtzetting is, in plaats van onrecht. Overigens werd ik hierna astroloog:-)


Twee dagen later: klik hier voor het vervolg


Make a Free Website with Yola.